Uitspraak Raad van State wederom uitgesteld

Van de Raad van State (RvS) ontvingen wij een brief. Betrokken RvS Afdeling heeft wederom de termijn voor uitspraak verlengd, omdat “de zaak nadere studie vraagt.” De Afdeling geeft aan ernaar te streven verdere verlenging van de termijn te voorkomen. De beoogde datum voor de uitspraak is nu 6 oktober 2021. Zodra wij de uitspraak hebben ontvangen delen wij deze uiteraard met u. Wij hebben de rechters het dringende verzoek gedaan op korte termijn uitspraak te doen. Deze brief kunt u hier nalezen.

Wij hebben contact opgenomen met Pels Rijcken, de advocaat van de provincie, om na te gaan hoe lang de RvS de uitspraak kan blijven uitstellen. Zij antwoordden: “De frustratie voor de bewoners is geheel begrijpelijk. Er is voor de RvS echter geen wettelijke termijn (bijv. 3 of 6 maanden) waarbinnen de RvS uitspraak moet doen. In zoverre kan RvS de termijn dus steeds verlengen. Wel geldt in algemene zin dat RvS uitspraak zal moeten doen binnen een ‘redelijke termijn’. Die termijn kan op voorhand niet precies bepaald worden. Doorgaans zal van eventuele schending van het beginsel van een redelijke termijn in dit soort geschillen echter pas mogelijke sprake zijn, indien de RvS langer dan 2 jaar over de uitspraak zou doen. Zo ver zijn we nog niet. De frustratie is als gezegd echter begrijpelijk, en een brief waarin de RvS wordt gewezen op de (spoedeisende) belangen in deze zaak kan dan ook zeker geen kwaad”.

De gang van zaken frustreert ons allen. Wij hopen dan ook dat de Raad van State gehoor geeft aan ons verzoek.